![]() |
---|
Concepten en oplossingen - Funderingsherstel |
Voor funderingsherstel (of het opnieuw opvangen van bestaande constructies) zijn er vele oplossingen. Hieronder
geven wij een overzicht:
Indien de oude fundering alleen plaatselijk niet in orde is, kan aldaar op een van de genoemde manieren
de fundering vernieuwd of versterkt worden. Echter, er zijn ook gevallen, waarin de fundering plaatselijk
verbeterd moet worden, maar waarbij de mogelijkheid bestaat, dat elders in de constructie een zakking
langzaam doorgaat. In dergelijke gevallen moet, om zakkingsverschillen te voorkomen, ook de niewe
fundering enigszins kunnen meezakken. Dat is in principe mogelijk met een nastelbare constructie.
Maar om het nastellen te vermijden kunnen ondergedimensioneerde palen of enigszins meeverende
palen (of één van de andere genoemde funderingsmethoden in een ondergedimensioneerde
uitvoering) gebruikt worden. De meest geschikte palen voor deze situatie zijn de
gedrukte palen of de
grondverdringende micropalen. Bij deze palen wordt de draagkracht
van de palen zeer nauwkeuring bepaald door de gebruikte indrukkracht. Daar de draagkracht van deze palen
zo nauwkeurig bekend is, kan goed voorspeld worden, bij welke kracht de palen gaan zakken en dus
meezakken met de rest van de constructie.
In alle gevallen waarin de oude constructie niet wordt losgemaakt van de nieuwe constructie
(zie ook het vijzelwerk, hieronder, waarbij dit losmaken meestal wel gebeurt), gaan de oude en de
nieuwe fundering samenwerken. Indien in een deel van de constructie de oude fundering vrij snel
bezwijkt en dit in een ander deel van de constructie niet gebeurt, ontstaat er een zakkingsverschil
ter grootte van de maximale zakking van de nieuwe fundering. Indien dit zakkingsverschil
ten gevolge van het gefaseerd bezwijken van de oude fundering bovendien nog
over een zeer korte afstand optreedt, kan in principe schade ontstaan, zoals bijvoorbeeld
scheurvorming in metselwerk of in stucwerk. Inderdaad wordt in een klein deel van de projecten melding
gemaakt van enige geringe schade korte tijd na het funderingsherstel. In theorie is het mogelijk,
dat er grotere schade optreedt, zelfs jaren na het funderingsherstel. Dat laatste maakten wij tot op heden
niet mee.
Dergelijke schade kan beperkt worden, door de nieuwe fundering een voorspanning te geven van bijvoorbeeld
70 % van het eigen gewicht van de bovenliggende constructie. Dit kan bijvoorbeeld gedaan worden, door
platte vijzels op de paalkoppen op te nemen of met diverse andere
mogelijke vijzelconstructies. Dan kan er nog slechts een geringe zakking van de paalkop optreden.
De reductie van de mogelijke zakkingsverschillen bedraagt door deze voorziening voor de meeste gevallen
van funderingsherstel globaal de helft. In de meeste gevallen wordt er, na afweging van kosten en
rendement van deze voorziening, afgezien van deze methode reductie van zettingsverschillen.
In sommige gevallen wordt volstaan met het compenseren van vervormingen en/of verplaatsingen (verzakkingen)
uit het verleden om de constructie weer in zijn normale horizontale stand te plaatsen. Indien overgegaan wordt
tot een dergelijke actie, zal alleerst moeten worden nagegaan wat de oorzaak is geweest van de verzakking
(verplaatsing, vervorming). Dan is van belang of de te verwachten veranderingen in de toekomst acceptabel
zijn, daar kennelijk niet overgegaan wordt tot het wegnemen van de oorzaak van de verzakking. In de meeste
gevallen wordt gekozen voor het eveneens voorkomen van doorgaaande verzakking in de toekomst door middel
van een nieuwe fundering, zoals hierboven omschreven.
Methoden van opvijzelen zijn: