Concepten en oplossingen - Funderingsherstel
 

Voor funderingsherstel (of het opnieuw opvangen van bestaande constructies) zijn er vele oplossingen. Hieronder geven wij een overzicht:

  1. extra of nieuwe fundering op palen:

  2. extra of nieuwe fundering zonder palen:
    • verdichten en/of verstevigen van de grond, een specialistische methode voor herstel van funderingen op staal (of op palen), voor speciale gevallen;
    • grouten, soil-mixing: bijzonder specialistische methoden voor speciale gevallen;
    • chemisch injecteren (alleen geschikt voor grote projecten, voor specifieke gevallen, voor ondiep funderen, veelal problematisch i.v.m. milieu-overwegingen);
    • jet-grouten (alleen geschikt voor grote projecten, voor ondiep funderen, voor specifieke gevallen, door ons niet uitgevoerd);
    • ondermetselen (alleen geschikt voor ondiep funderen, voor specifieke gevallen, door ons niet uitgevoerd);
    • het verbreden van een fundering op staal met extra betonwerk (voor specifieke gevallen, door ons niet uitgevoerd);

  3. de oude fundering en de nieuwe fundering moeten gaan samenwerken:
    Indien de oude fundering alleen plaatselijk niet in orde is, kan aldaar op een van de genoemde manieren de fundering vernieuwd of versterkt worden. Echter, er zijn ook gevallen, waarin de fundering plaatselijk verbeterd moet worden, maar waarbij de mogelijkheid bestaat, dat elders in de constructie een zakking langzaam doorgaat. In dergelijke gevallen moet, om zakkingsverschillen te voorkomen, ook de niewe fundering enigszins kunnen meezakken. Dat is in principe mogelijk met een nastelbare constructie. Maar om het nastellen te vermijden kunnen ondergedimensioneerde palen of enigszins meeverende palen (of één van de andere genoemde funderingsmethoden in een ondergedimensioneerde uitvoering) gebruikt worden. De meest geschikte palen voor deze situatie zijn de gedrukte palen of de grondverdringende micropalen. Bij deze palen wordt de draagkracht van de palen zeer nauwkeuring bepaald door de gebruikte indrukkracht. Daar de draagkracht van deze palen zo nauwkeurig bekend is, kan goed voorspeld worden, bij welke kracht de palen gaan zakken en dus meezakken met de rest van de constructie.

  4. het (gedeeltelijk) compenseren van zettingsverschillen onstaan door samenwerking van oude en nieuwe funderingen:
    In alle gevallen waarin de oude constructie niet wordt losgemaakt van de nieuwe constructie (zie ook het vijzelwerk, hieronder, waarbij dit losmaken meestal wel gebeurt), gaan de oude en de nieuwe fundering samenwerken. Indien in een deel van de constructie de oude fundering vrij snel bezwijkt en dit in een ander deel van de constructie niet gebeurt, ontstaat er een zakkingsverschil ter grootte van de maximale zakking van de nieuwe fundering. Indien dit zakkingsverschil ten gevolge van het gefaseerd bezwijken van de oude fundering bovendien nog over een zeer korte afstand optreedt, kan in principe schade ontstaan, zoals bijvoorbeeld scheurvorming in metselwerk of in stucwerk. Inderdaad wordt in een klein deel van de projecten melding gemaakt van enige geringe schade korte tijd na het funderingsherstel. In theorie is het mogelijk, dat er grotere schade optreedt, zelfs jaren na het funderingsherstel. Dat laatste maakten wij tot op heden niet mee.
    Dergelijke schade kan beperkt worden, door de nieuwe fundering een voorspanning te geven van bijvoorbeeld 70 % van het eigen gewicht van de bovenliggende constructie. Dit kan bijvoorbeeld gedaan worden, door platte vijzels op de paalkoppen op te nemen of met diverse andere mogelijke vijzelconstructies. Dan kan er nog slechts een geringe zakking van de paalkop optreden. De reductie van de mogelijke zakkingsverschillen bedraagt door deze voorziening voor de meeste gevallen van funderingsherstel globaal de helft. In de meeste gevallen wordt er, na afweging van kosten en rendement van deze voorziening, afgezien van deze methode reductie van zettingsverschillen.

  5. de bestaande constructie geheel of gedeeltelijk optillen, rechtzetten en/of in zijn oude vorm terugbrengen:
    • eerst een nieuwe fundering maken met een van de hierboven beschreven methodes; daarna vijzels of vijzelconstructies aanbrengen (meestal op de palen of op de nieuwe funderingsconstructie) en dan vijzelen; daarna de constructie fixeren en de vijzels verwijderen; er zijn veel vormen van constructies mogelijk - voor elk geval moet weer onderzocht worden wat de meest geschikte oplossing is;
    • geen nieuwe fundering, wel de bestaande constructie geheel of gedeeltelijk optillen, rechtzetten en/of in zijn oude vorm terugbrengen (eigenlijk is dit geen herstel van de fundering, maar wel een herstel van het gebouw in zijn oude situatie, zonder de oorzaak van de problemen weg te nemen):
      In sommige gevallen wordt volstaan met het compenseren van vervormingen en/of verplaatsingen (verzakkingen) uit het verleden om de constructie weer in zijn normale horizontale stand te plaatsen. Indien overgegaan wordt tot een dergelijke actie, zal alleerst moeten worden nagegaan wat de oorzaak is geweest van de verzakking (verplaatsing, vervorming). Dan is van belang of de te verwachten veranderingen in de toekomst acceptabel zijn, daar kennelijk niet overgegaan wordt tot het wegnemen van de oorzaak van de verzakking. In de meeste gevallen wordt gekozen voor het eveneens voorkomen van doorgaaande verzakking in de toekomst door middel van een nieuwe fundering, zoals hierboven omschreven.
      Methoden van opvijzelen zijn:
      • met behulp van vijzelconstructies optillen; de vijzels worden meestal aangebracht op een plaats onder in de constructie alwaar de bovenliggende constructie bijvoorbeeld met een zaagsnede losgemaakt wordt van het onderste deel van de fundering; na het weer aan elkaar vastmaken van de losgemaakte delen, worden de vijzels weer verwijderd;
      • in principe kan de vijzelconstructie nastelbaar gemaakt worden; zie de onderstaande beschrijving (door ons niet uitgevoerd);
      • het optillen van een vloer met hetgeen daarop staat, door onder de vloer bij gereguleerde druk een vloeistof te injecteren die daarna uithardt (door ons niet uitgevoerd);

  6. overige gevallen:
    • het combineren van het maken van een nieuwe fundering met het maken van een kelder onder het gebouw; veelal zijn er tijdelijke stempelingen of tijdelijke hulppalen nodig om het gebouw tijdens de werkzaamheden te ondersteunen;
    • het aanbrengen van een nastelbare vijzelconstructie (meestal op basis van schroefdraad), waarmee zakkingen in de toekomst regelmatig gecompenseerd kunnen worden door de vijzels na te stellen; in principe is het ook mogelijk dit nastellen geautomatiseerd te laten gebeuren; nadelen van deze methode zijn: het nastelbereik is beperkt tot een bepaalde vooraf bepaalde hoogte, en het nastellen brengt onderhoudskosten met zich mee; (door ons niet uitgevoerd);
    • reparatie van de bezweken constructie: reparatie van metselwerk, reparatie van houten paalkoppen, reparatie van kespen (door ons niet uitgevoerd);
    • het dieper wegdrukken van reeds aanwezige palen die niet diep genoeg ingedreven waren;
    • het ophangen van (een deel van) de constructie aan een nabij gelegen goed gefundeerde constructie (door ons niet uitgevoerd);
    • combinaties van genoemde technieken (veel mogelijkheden).